Posts tonen met het label nieuws. Alle posts tonen
Posts tonen met het label nieuws. Alle posts tonen

zaterdag, mei 02, 2015

Over Mennen, Meute en Buit

Zie Beltaine in Baltimore

entice (v.)late 13c., intice, from Old French enticier "to stir up (fire), to excite, incite," which is of uncertain origin, perhaps from Vulgar Latin *intitiare "set on fire," from Latin in- "in" (see in- (2)) + titio (genitive titionis) "firebrand," which is of uncertain origin. Meaning "to allure, attract" is from c. 1300. Related: Enticed; enticing; enticingly.
instigation (n.)early 15c., from Middle French instigation and directly from Latin instigationem (nominative instigatio), noun of action from past participle stem of instigare "urge on, incite," from in- "in" (see in- (2)) + *stigare, a root meaning "to prick," from PIE root *steig- "to prick, stick, pierce" (see stick (v.)).
stick (v.)Old English stician "to pierce, stab, transfix, goad," also "to remain embedded, stay fixed, be fastened," from Proto-Germanic *stik- "pierce, prick, be sharp" (cognates: Old Saxon stekan, Old Frisian steka, Dutch stecken, Old High German stehhan, German stechen "to stab, prick"), from PIE *steig- "to stick; pointed" (cognates: Latin instigare "to goad," instinguere "to incite, impel;" Greek stizein "to prick, puncture," stigma "mark made by a pointed instrument;" Old Persian tigra- "sharp, pointed;" Avestan tighri- "arrow;" Lithuanian stingu "to remain in place;" Russian stegati "to quilt").
Figurative sense of "to remain permanently in mind" is attested from c. 1300. Transitive sense of "to fasten (something) in place" is attested from late 13c. Stick out "project" is recorded from 1560s. Slang stick around "remain" is from 1912; stick it as a rude item of advice is first recorded 1922. Related: Stuck; sticking. Sticking point, beyond which one refuses to go, is from 1956; sticking-place, where any thing put will stay is from 1570s. Modern use generally is an echo of Shakespeare.
goad (n.)Old English gad "point, spearhead, arrowhead, pointed stick used for driving cattle," from Proto-Germanic *gaido "goad, spear" (cognates: Lombardic gaida "spear"), from suffixed form of PIE root *ghei- (1) "to propel, prick" (cognates: Sanskrit hetih "missile, projectile," himsati "he injures;" Avestan zaena- "weapon;" Greek khaios "shepherd's staff;" Old English gar "spear;" Old Irish gae "spear"). Figurative use "anything that urges or stimulates" is since 16c., probably from the Bible.


Zie Concerning Inspiration


meute zn. ‘troep jachthonden; menigte’Nnl. meute ‘troep jachthonden’ [1832; Weiland], bij overdracht ook ‘troep, stel mensen’ [1908; Baale], ‘wielerpeloton’ inde meute vertrok in de stromende regen [1974; Koenen], ‘de grote, domme massa’ in de meute heeft gelijk gekregen[1992; Parool].Ontleend aan Frans meute ‘horde achtervolgers’ [1819; TLF], eerder al ‘oproer, gewapende opstand’ [12e tot 14e eeuw; Rey], ‘troep jachthonden voor drijfjacht’ [ca. 1200; TLF], ouder muete ‘id.’ [ca. 1150; TLF] < middeleeuws Latijn mota, mueta ‘troep jachthonden’, verkort uit Laatlatijn movita ‘beroering, beweging; oproer’, een afleiding van het klassiek Latijnse ww. movēre 'bewegen, in rep en roer brengen’, zie → motor. Zie ook → muiten.


ophitsen ww. ‘opstoken, driftiger maken’Vnnl. die het geheele corpus vanden Magistraet dus ophitsen en optitsen ‘die de gehele stadsregering op die manier opstoken’ [1569; WNT weder III].Gevormd uit → op en het verouderde werkwoord hitsen ‘verjagen’ [1599; Kil.]. Dit werkwoord is hetzij een intensiverende nevenvorm van ouder hissen, zoals in mnl. Dattet daghelijcs zonden can afdoen Ende die quade gheeste henen hissen ‘dat het (wijwater) elke dag de zonden kan wegnemen en de boze geesten kan verjagen’ [1340-60; MNW-R], hetzij ontleend aan het op dezelfde manier gevormde mnd. hitzen naast hissen, hessen ‘verjagen, opjagen’. Wrsch.is hissen oorspr. een jagersterm en is het afgeleid van een uitroep his, waarmee men dieren opjaagt. Mogelijk is het woord mede beïnvloed door het bn. → hitsig of het zn. → hitte.


jagen ww., mnl. jāghen ‘jagen, vervolgen, drijven, ten uitvoer brengen, haast maken’, mnd. jāgen, ohd. jagōn, ofri. jagia. Dit uitsluitend continentaal-westgerm. woord (want on. jaga < mnd. jagen) is moeilijk uit het idg. te verklaren. Men heeft verband gelegd met oi. yahú-, yahvá- ‘rusteloos, snel voortschietend’, pra-yakṣati ‘dringt naar voren, ijlt, streeft’ (Graszmann Wörtb. 1001 en IEW 502 twijfelend). — Bij een woord van deze bet. is de herkomst uit een substraattaal zeker te overwegen.
Ook homoslang voor ‘op de versiertoer zijn, cruisen*’

Zie Over motie en minister

buit zn. ‘het veroverde’Vnnl. buyt om buyt [1558; Stall. I, 298], de Buyt die wy crijghen [1564; WNT wetten I], verder in het zn. vnnl. buyteringe‘dieverij’ [1542; Stall.].Wrsch. ontleend aan mnd. bute ‘wat te verdelen is’, een afleiding van mnd. buten ‘ruilen, delen, buitmaken’.Uit mnd. bute ook mhd. biute (nhd. Beute); nfri. bût, bút; on. býti (nzw. byte). Naast het ww. mnd. buten ook mnl. buten‘deel hebben in’ [1488; MNW]; nzw. byta ‘ruilen’. De herkomst van dit woord is onzeker, maar mogelijk is het te beschouwen als een vorm van *bi-ūtan- ‘(doen) uitgeven’, afgeleid met pgm. *bi (zie → be-) van het bijwoord *ūt (zie →uit).Het eventuele verband met Oudiers búaid ‘overwinning’ en Welsh budd ‘voordeel’ blijft duister, al is ontlening aan het Keltisch niet geheel uitgesloten.Aan de Nederlandse (of Duitse) vorm zijn Engels booty ‘buit, roof’ en Frans butin ‘buit, winst’ ontleend. Van Frans butinwerd het werkwoord butiner ‘plunderen’ [14e eeuw] afgeleid, waaraan op zijn beurt mnl. butineren ‘de buit verdelen’ [1467-90; MNHWS] is ontleend.

voor (zn.) (dialect) pronc. veur, vorre
bilspleet, reet, poep, kont, achterste, aars


 Zie Over slachtoffers en benadeelden


mennen wnw., mni. mennen (minnen) “mennen, vervoeren, rijden”; bijvorm: mnl. menen. Nnl. dial. is de bet. “den oogst naar huis voeren” zeer verbreid. Het Nieuw-vla. heeft meinen, = ohd. mennen, menen “een trekdier aandrijven”. Ofschoon de vormen moeilijk te verklaren zijn, moeten wij in dit ww. wsch. een ontl. uit fr. mener “voeren, leiden” (< *minâre, bijvorm van lat. minâri “dreigen” > “door dreigementen aansporen”) resp. uit een ouderen rom. vorm van dit ww. zien. Vla. meinen zou van den ofr. sterken stamvorm mein- kunnen komen. De mogelijkheid bestaat, dat een oorspr. germ. (met manen II verwant?) ww. en ’t genoemde rom. ww. door elkaar zijn geloopen: bij de beoordeeling van mennenmag de ohd. (nd.?) glosse bij de Lex Ripuaria “Mannire: menan: bannan”, die op een oerduitsch *manjan > *mannjan“voor ’t gerecht dagen” kan wijzen, niet verwaarloosd worden.

porren ww., mnl. porren (purren, zelden pōren) “prikkelen, aansporen, kwellen, in beweging brengen, veroorzaken, aanvangen met, uiten, zich in beweging zetten, op weg gaan, zich bewegen, ontstaan, voortkomen, zich inspannen voor iets”; in dgl. bett. ’t veel zeldzamere porrenen. Porren = mnd. purren “met iets scherps ergens in steken of woelen, prikkelen (overdr.)”, fri. poarje “porren, peuteren, door iets heen boren”, de.-noorw. purre, zw. purra “in ’t vuur, in iemands haren woelen, aansporen”. De bet. van germ. pur- is ongeveer gelijk aan die van puk- (poken) en put- (poten). Toch is ’t gewaagd om van een basis pu-, idg. bu- uit te gaan.



Booty Call
G. Love & Special Sauce - The Hustle (2004)




Wag The Dog (1997)

"a dog is smarter than its tail, 
if the tail were smarter, 
the tail would wag the dog"

donderdag, februari 26, 2015

Over Arbeid en bestaansrecht

Canvas 25 02 2015 Terzake en Reyers Laat

Zie ook Over Kronos en Kairos


arbeid znw. m., mnl. arbeit m. v. ‘arbeid, inspanning, moeite, leed, baringsnood’, onfrank. arbeit m. v. arvith o. ‘werk, leed’, os. arƀed, arƀid v., arƀedi, arƀidi, arƀithi o. ohd. arabeit, arbeit v., oe. earfoð, earfeðe o., ofri. arbeid, arbed o., on. erfiði o., got. arbaiþs m. ‘arbeid, moeite, leed’.

1. gewoonlijk verklaard uit een intrans. ww. *arbe-i̭ōik ben een verweesd, en daardoor tot harde arbeid gedwongen kind’, dat men dan vergelijkt met osl. rabota ‘harde arbeid’, rabŭ, robŭ (< *arbhos, orbhos) ‘knecht’, arm. arbaneak ‘dienaar’, lit. arbonas ‘os.’ (C. C. Uhlenbeck, PBB 16, 1892, 562); de verbinding van het 2de lid met een woord dat aan on. v. ‘arbeid’ beantwoordt (dit eveneens van omstreden herkomst, zie AEW 282), maakt de verklaring niet sterker (ondanks v. Haeringen Suppl. 7). —
2. Nog minder aantrekkelijk de verbinding met on. arfr ‘os’, vgl. oe. ierfe, arf ‘vee’ en lit. arbonas ‘os.’ (indien niet leenwoord uit het germ.); dan dus eig. ‘arbeid van een os’ (Meringer, IF 17, 1905, 128). — Bij lit. darbas ‘arbeid’, met afwerping van de anlaut door taboeëring (Kronasser, Handbuch der Semasiologie 1952, 170); maar wat zou de aanleiding tot taboe in dit geval geweest zijn? — Zie verder nog Feist, Got. Wb. 55). — De b van het nl. woord wil W. de Vries Ts. 33, 1914, 145-146 verklaren door associatie met het ww. *baiðiandwingen’, herinnerend aan de slavenarbeid, die daarvoor vroeger werd gebruikt.
labor (v.)
late 14c., "perform manual or physical work; work hard; keep busy; take pains, strive, endeavor" (also "copulate"), from Old French laborer "work, toil; struggle, have difficulty," from Latin laborare, from labor (see labor (n.)). The verb in modern French, Spanish, Portuguese means "to plow;" the wider sense being taken by the equivalent of English travail. Sense of "to endure pain, suffer" is early 15c., especially in phrase labor of child. Related: Labored; laboring.

Etymologisch zien we zowel in het Engels, Frans en Nederlands dezelfde betekenis die aan het woord arbeid is gegeven.   Beide komen uit bij het pijnvol gedwongen ondergaan van het ploegen van het land.  Arbeid gaat nog verder in de connotatie met het verweesde kind, waar dus alles nog eens van ontnomen is en gedwongen op te groeien in een wereld van vreemden.

Het arbeidsproces is dus een pijnlijk gebeuren, gaat in oorsprong ook terug op de mens verdeven uit het Aards Paradijs en in het Zweet des Aanschijn moet ploeteren, de bevruchting en de bevalling van de vrouw zit in het woord verweven, labourpain.

In de dominante maatschappijvisie wordt arbeid verheerlijkt als iets wat leidt tot ontplooiing of zinvolle bijdrage aan de maatschappij, zelfs zelfverwezenlijking.  Deze inslag hebben we in oorsprong te danken aan Luther.  Het Recht op Werk is in de ware betekenis van het woord de Plicht tot Slaafse Onderwerping.  Verworden tot het besteden van zijn Tijd, in de Trend van Druk te zijn. Tijd is in essentie het enige wat schaars is in een mensenleven, de ons toebedeelde Tijd is het sterfelijk zijn.

Het is dan ook opmerkelijk dat een agitator smalend het idee van basisinkomen weglacht, zonder ten gronde te kunnen aantonen dat het huidige systeem superieur is, slechts beter omdat het zo is.  Het Systeem is belangrijker dan de gevolgen, wat ook duidelijk werd in het Vlaams Parlement over de zaak Uplace.  Zelfs een valse bommelding kon tijdens dit debat geen commotie brengen want iedereen was toe aan een welverdiende vet betaalde afleiding en drank.  De minister kan in zijn ambt van agitator enkel bij Motie ageren en daarbij moet gewaakt worden over de Motor van zijn vehikel, het Systeem.


systeem zn. ‘stelsel; methode’
Vnnl. systema samenstel [1654; Meijer]; nnl. systhema, systeem ‘samenhangend geheel van opvattingen’ in Het Systhema van onze Kerk, omtrent de geopenbaarde Religie [1735; WNT], ‘stelsel’ in het oud oligarchisch systhema [1804; WNT Aanv. oligarchie], ‘samenhangend geheel van regels, verschijnselen’ in dat de verschillende regeringsbeginselen ... een logisch systeem vormen [1867; WNT], methode in een nieuw en verbeterd systeem van snoeien [1888; WNT zitten I], ‘samenhangend geheel van onderdelen enz.’ in Een systeem van heen- en weergaande schroeven en walzen [1896; WNT], ‘samenhangende methode’ in bij training zonder systeem wordt er spoedig overtraind [1907; WNT training], ‘samenhangend geheel’ in waargenomen en in systeem gebracht [1907; WNT Aanv. empirisch], het phonologische systeem van het Nederlands [1930; WNT Aanv. phonologisch].
Internationale geleerde ontlening via Laatlatijn systemastelsel, arrangement’ aan Grieks sústēma ‘georganiseerd geheel’; dat woord is gevormd uit sun- ‘samen, tegelijk’, zie → synthese, en stā-, de wortel van histánai ‘doen staan’, verwant met → staan.

Ik wijs hier ook op de Triste Kalendea, aangehaald  in Over Kronos en Kairos, wat nu de Dag van de Arbeid is geworden.  Het feestelijke misschien inzake dat de rest van het jaar de arbeider vanaf dan voor eigen rekening arbeidt, maar in feite intriest omdat dit moment al opgeschoven is in de loop van het jaar.

Bovendien wanneer men uitkeringsgerechtigd werkloos is, het verboden is om werk te verrichten.  Principieel mag men zelf zijn vuilniszak niet op straat zetten omdat dit in feite werken is.  De uitkeringsgerechtigde werkloze is op die manier ook onder de druk geplaatst en nu des te meer omdat het niet hebben van een betaalde job in loonverband, een geïndividualiseerd probleem geworden is.  Het is m.a.w. impliciet de schuld van de werkloze dat hij werkloos is.

De agitator kan uit vrees voor eigen bestaansrecht niet ingaan op het idee van basisinkomen.  Zij is de belangenbehartiger van het systeem dat is.  Het staat er, het bestaat en het bestaan ervan geeft het  bestaansrecht, omdat het een logisch geheel van regeringsbeginselen is. Motio

Het invoeren van het basisinkomen zou het systeem onderuit halen. Het uitgangspunt is vrijheid en de mensen verlossen van de arbeidsplicht.  Dit raakt onze rechtstaat in zijn kern en haalt de grondbeginselen ervan onderuit.

Het idee op zich dat een vuilnisman meer zou moeten gewaardeerd worden als een bankdirecteur is 'Chantage'.  Revolutionair gesproken de politieker die in feite een staatstoelage ontvangt en geen arbeidscontract heeft; daar zal de agitator geen drukkie over maken.  Het zou kunnen inslaan als een bom.



vrijdag, februari 13, 2015

TAXSHIFT

Taxshift is een onbestaand woord waarmee men de indruk wil wekken dat het een anglicisme is. Even leentjebuur spelen bij de Engelstaligen.

Het woord "taxshift" geeft de indruk dat er sprake is van een taalfout, het voelt aan als Engels.   In de Nederlandse taal is het hek al van de dam wat betreft anglicismen.  De Aeon Digitalis wordt gekenmerkt door de digitale machines die allen Engelse benamingen dragen en intern aangestuurd worden met programmeertaal opgebouwd uit Engelse commando's.  Het begin van dit tijdperk kan men laten samenvallen met de eerste Personal Computer.  Sindsdien zijn we beland in een moeras van bagger door bastaardwoorden.

TAXSHIFT volgt de principes van Newspeak.  Newspeak is omschreven door Orwell in de appendix van zijn boek '1984'.


In casu zijn TAX en SHIFT woorden uit het A vocabularium van de Newspeak.  Eenlettergrepige woorden die verwijzen naar concrete gekende gedachten.  De A woorden kunnen zowel als werkwoord of als zelfstandig naamwoord ingezet worden. Twee bijzonderheden zijn op te merken bij Newspeak: uitwisselbaarheid en grammaticale regelmaat.

Newspeak is ontworpen als aansturing van een politiek correcte maatschappijvisie en heeft als doel individuele gedachten onmogelijk te maken.   Het sluit een geldige redevoering ten gronde uit en maakt discussie onmogelijk.  Op die manier houdt men ideeën en gedachten binnen het gewenste kader.  Men sluit de mogelijkheid uit om betekenis en zingeving te ontdekken.  TAXSHIFT hoort bij het B vocabularium bestaande uit combinaties van A woorden en ook onder het C vocabularium waar de technicismen van Newspeak worden geplaatst.

TAX is reeds in gebruik in het overheidsbestel en is een anglicisme.  Tax heeft een duidelijke etymologische verankering in zowel het Engels als het Frans.   Het is op zichzelf een verbastering van het woord Taks, wat correct Nederlands is.  Het staat voor een 'vaste hoeveelheid', 'belasting', 'heffing'.  Daarnaast verwijst het naar Taxeren, wat het A woord met een aureool van expertise, van exacte bepaling, van waarde omhult.  Het geeft het woord TAX een immante correctheid mee, op zich een belangrijk principe in de Newspeak.

SHIFT is eveneens in gebruik in het Nederlands als anglicisme in het arbeidsregime.  Het is een barbarisme voor ploegenstelsel.  Het wordt in de plaats gesteld van ploegenstelsel, een beeld van de noeste arbeid, van de boer die de grond ploegt volgens het drieslagstelsel.  Het verzacht het ploegen tot iets vluchtig.  Ploegenstelsel is in gevaar een archaïsme te worden en rest slechts een lot in vormelijk taal;  daartegenover SHIFT, een onbezorgde, voorbij zuchtende, verlichtende bezigheid.  SHIFT an sich maakt het werk licht.

Ik kom hier tot een voorlopige betekening van Taxshift.  Het is een verbastering van belastingverschuiving.  Het woord Belastingverschuiving bevat een inspanning, weerstand, de last die moet verschoven worden.   Het verschuiven van last voelt als een zinloze bezigheid, daarenboven af te dragen aan de overheden, Sisyfusarbeid.

TAXSHIFT klaart op, zet de boel in beweging, stuwt, een opluchting.  De correct berekende heffing TAX met de ijle kwaliteit van SHIFT: de sprankel hoop in het verschiet, die de werkmens ontziet.  Het houdt de belofte van een eerlijke verdeling van de lasten.  Het juk dat doorbroken wordt om erop vooruit te gaan.  Het schept de illusie dat men eindelijk de mensen gaat belasten die vermogend zijn, zij die het juk niet voelen, die geen last hebben van belastingheffing.  Het heeft een ethische maar ook religieuze connotatie.  Elkaars juk dragen, zorgen voor diegene die er geen jota van snappen.

Hier heb je
een grote doos
met het opschrift 
doos.
Als je hem openmaakt,
vind je erin een doos
met het opschrift
doos
uit een doos 
met het opschrift 
doos.

- H.M. Enzensberger, De Ondergang van de Titanic


TAXSHIFT bestaat niet, slechts fictief en verzonnen, want heeft geen geldige oorsprong of recht van bestaan.  Het dient als propaganda voor volksverlakkerij.  Het is een drogwoord zoals een drogreden, een sofisme, een bedrieglijke redenering is.  Het is schijn en Schijn Bedriegt.

Drogwoord  (het; m(o); meervoud: drogwoorden)
zie drogreden, een bedrieglijk woord, een verzonnen woord onstaan door connotatie met echte woorden




donderdag, februari 12, 2015

Over slachtoffers en benadeelden

In de marge van wat op Canvas in Terzake gisteren 112 2015 besproken werd komen we bij 116 000 childfocus

Het slachtoffer dat het noodnummer 112 belt.

The victim calls 911



victim (n.)

late 15c., "living creature killed and offered as a sacrifice to a deity or supernatural power," from Latin victima "person or animal killed as a sacrifice." Perhaps distantly connected to Old English wig "idol," Gothic weihs "holy," German weihen "consecrate" (compare Weihnachten "Christmas") on notion of "a consecrated animal." Sense of "person who is hurt, tortured, or killed by another" is recorded from 1650s; meaning "person oppressed by some power or situation" is from 1718. Weaker sense of "person taken advantage of" is recorded from 1781.

victĭma , ae, f. perh. root vig- of vigeo; with superl. ending; cf. Corss. Ausspr. 1, 509 sq.,
I.a beast for sacrifice adorned with the fillet (vitta), a sacrifice, victim (cf. hostia).


De benadeelde is diegene die nadeel heeft van diegene die het voordeel had
In het etymologisch woordenboek verklaard vanuit het voordeel

 voordeel znw. o., mnl. voordeel, vordeel, mnd. vordēl, mhd. nhd. vorteil bet. eigenlijk ‘deel dat men vooruit heeft’. — Daartegenover staat mnl. achterdeel, mnd. achterdēl, waarnaast sedert Kiliaen nadeel optreedt.

Er wordt geen oorspronkelijke betekenis gegeven van na-

Men spreekt van de delen, voor- en na- verdeling, de een neemt het voor- en de ander resteerd het nadeel.  Diegene die met het verlies blijft zitten.  Diegene met het voordeel neemt wat hij begeert en laat de benadeelde achter met het nadeel.  De benadeelde wordt geschonden in zijn rechten (cfr. rego).


In de volksmond spreekt men ook van genaaid worden, van het werkwoord naaien



taboo (v.) Look up fuck at Dictionary.com 
 
 
'Flen flyys'
Non sunt in celi
quia fuccant uuiuys of heli
 

We're set on self destruct for no reason or cause






Medusa and the Perseus Gambit


Europe slouching towards anxiety & war

"An exhibition in Rome could not – inadvertently – be more graphic in defining the zeitgeist: “The Age of Anxiety – from Commodus to Diocletian.” Well, Roman emperors could barely imagine it would get much worse under the EU. "



Putin's Unexpected Victory: Europe Furious That Greece Is Now A Russian Sanctions Veto

"In any event, the European balance of power has just shifted and in a way that nobody anticipated:

The biggest winners: if only for now: Greece and Russia (and, while it will never be admitted, all those Europeans who desperately need the Russian import market).

The biggest losers: all the unelected Eurocrats in Brussels who at this moment are scratching their heads how to bring the bad news that there is no longer unanimity on Russian sanctions to John Kerry, and all thanks to a country nobody thought would dare to speak up."


Mikhail Gorbachev
[The Organised Criminal Cabal (OCC) (nvdr.)] "has already drawn us into a new Cold War, trying openly to implement its idea of triumphalism,"
“All we hear from the US and the EU now is sanctions against Russia,” Gorbachev said. “Are they completely out of their minds?
The US has been totally ‘lost in the jungle’ and is dragging us there as well.”

maandag, februari 09, 2015

Taalfout: crisperen

Bart de Wever reageert gecrispeerd op Kris Peeters

zie De Zevende Dag van 01022015

crisperen is een contaminatie van knisperen en krenken

knisperen werkw. 1) een licht knetterend geluid maken / knapperen / ritselen
krenken, bw. gel (ik krenkte, heb gekrenkt), beschadigen, verzwakken, benadeelen, nadeel toebrengen; beleedigen, kwetsen (iemands eer); inbreuk maken op; zijne hersens zijn gekrenkt, hij lijdt aan verstandsverbijstering. *...ER, m. (-s), *...STER, v. (-s), die benadeelt, beschadigt, beleedigt; kwaadspreker, kwaadspreekster. *...ING, v. (-en), beschadiging; verzwakking; breuk, inbreuk; beleediging.