09-02-2015

Taalfout: crisperen

Bart de Wever reageert gecrispeerd op Kris Peeters

zie De Zevende Dag van 01022015

crisperen is een contaminatie van knisperen en krenken

knisperen werkw. 1) een licht knetterend geluid maken / knapperen / ritselen
krenken, bw. gel (ik krenkte, heb gekrenkt), beschadigen, verzwakken, benadeelen, nadeel toebrengen; beleedigen, kwetsen (iemands eer); inbreuk maken op; zijne hersens zijn gekrenkt, hij lijdt aan verstandsverbijstering. *...ER, m. (-s), *...STER, v. (-s), die benadeelt, beschadigt, beleedigt; kwaadspreker, kwaadspreekster. *...ING, v. (-en), beschadiging; verzwakking; breuk, inbreuk; beleediging.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten