Posts tonen met het label gedicht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gedicht. Alle posts tonen

zaterdag, februari 21, 2015

donderdag, februari 19, 2015

Mnemosyne - Friedrich Hölderlin

Mnemosyne

Ein Zeichen sind wir, deutungslos,
Schmerzlos sind wir und haben fast
Die Sprache in der Fremde verloren.
Wenn nemlich über Menschen
Ein Streit ist an dem Himmel und gewaltig
Die Monde gehn, so redet
Das Meer auch und Ströme müssen
Den Pfad sich suchen. Zweifellos
Ist aber Einer. Der
Kann täglich es ändern.  Kaum bedarf er
Gesez.  Und es tönet das Blatt und Eichbäume wehn dann neben
Den Firnen.  Denn nicht vermögen
Die Himmlischen alles. Nemlich es reichen
Die Sterblichen eh'an den Abgrund.  Also wendet es sich, das Echo
Met diesen. Lang ist
Die Zeit, es ereignet sich aber
Das Wahre


Mnemosyne


A sign we are, inexplicable
Without pain we are and have nearly
Lost our language in foreign lands.
For when the heavens quarrel
Over humans and moons proceed
In force, the sea
Speaks out and rivers must find
Their way. But there is One,
Without doubt, who
can change this any day. He needs
No Law.  The rustle of leaf and then the sway of oaks
Beside glaciers. Not everything
Is in the power of the gods.  Mortals would sooner
Reach towards the abyss.  With them
The echo turns.  Though the time
Be long, truth
Will come to pass.


 Mnemosyne

Noi siamo un segno non significante,
Indolore, quasi abbiamo perduto
Nell'esilio il linguagio.
Davvero quando sopra gli uomini
C'è in cielo una contesa e possenti
Vanno le lune, allora parla il mare
E anche i fiumi debbono cercarsi
Un sentiero.  Ma Uno non ha dubbio.
Egli può ogni giorno trasformare.
Appena ha bisogno d'una legge.
La foglia allora suona e querce alitano
Presso i ghiacciai.  Non tutto possono
I Celesti. Prima
I mortali raggiungono l'abisso.
Si volge così l'eco insieme a loro.
Lungo è il tempo
Ma il vero avviene.


Mnemosyne

Un signe, tels nous sommes, et de sens nul,
Morts à toute souffrance, et nous avons presque
Perdu notre langage en pays étranger.
Car lorsqu'un débat règne au ciel
À propos des humains et sua les lunes
Vont leurs cours, imposantes, la mer
Elle aussi parle et les fleuves doivent
Se chercher une voie.  Mais Quelqu'un demeure
Indubitable.  Il peut, chaque jour, changer
Le cours des choses. À peine lui faut-il
Un décret.  Et la feuille bruit alors er, près des glacier, les chênes
Agitent leurs rameaux.  Car les Maîtres du ciel n'ont point
Toute-puissance.  Oui, les mortels avant eux atteignent
Le bord du gouffre.  Ainsi l'écho change
Avec eux. Le Temps
Est long, mais voici paraître
Le vrai.



Found in CD booklet ~
Mnemosyne, Jan Garbarek - The Hilliard Ensemble

Mnemosye
 
Een teken zijn wij, maar weinig betekenend.
Smarteloos zijn we en ijlings 
de spraak in het Vreemde verloren.
Wanneer boven de mensen een strijd 
in de hemelen woedt en de maan 
langs de aarde tolt,
vinden de wateren de Weg 
langs rivieren naar zee.
Ongetwijfeld, er is Iemand die 
dagelijks dit kan wijzigen
zonder wet noch gebod.
Het blad ruist en de Eik neigt mee
met de wind, langs een gletsjer.
Hemelen onvermogend in alles te bepalen.
Wij stervenden haasten ons 
naar de Afgrond, slechts
een Echo weerkaatst.
Veel Tijd is er nodig
eer het Ware
wordt herkend.

maandag, februari 16, 2015

Over Bits en Bytes

Een computer is ontwikkeld en geprogrammeerd door mensen en kent enkel O en 1 en de logische schakelingen tussen 0 en 1. Een computer is niet en zal nooit creatief zijn, het gaat voort op “juist” of “fout” en “aan” of “uit”. Het kader, de taal en logische schakeling wordt door de mens aan- of ingevoerd. De wereld van de machines bestaat uit “Hardware”. Dit zijn fysieke objecten waaronder van Mainframes, Servers, Clients met modules (RAM,ROM) tot randapparatuur (monitor, muis, interne en extern geheugen)verbonden met Routers en Protocollen (zoals HTTP er één is) die bestuurd worden met Software. Een BIOS (Basic Input Output System) is de zogenaamde Firmware en een Operating System, een database met tabellen en een protocol, waardoor de machines weten waar alle fysieke objecten zich intern bevinden of extern in het Netwerk en hoe ze met elkaar in verband staan.

Het verschil met de eerste Personal Computer van IBM en de Personal Computers van vandaag is de schaal en de verwerkingssnelheid.

Het intern schema is in principe nog steeds geldig, enkel is het meer uitgebreid en kan het de nullen en enen, de bits sneller verwerken.  Het basisprincipe is verbeterd door kloksnelheid en de 64-bit architectuur.  In plaats van elk bit afzonderlijk, Serieel, kan het 64-bit Parallel verwerken.

De bits zitten op de bus en het dataverkeer verloopt sneller.

Hierover wil ik verder verwijzen naar een oude strip uitgegeven door de KBC en SIEMENS, 'a Little Bit', niet meer in mijn bezit.




Het is de Human Interface, de randapparatuur, 
waarmee de computer met de fysieke wereld en 
de operator verbonden is, die flessenhals is.  

De operator heeft een enorm machtig apparaat in huis, 
voor de meesten een zwarte doos en die doos is nu 
zo klein dat het enkel het scherm is dat 
gretig wacht en blaast tot het volgend commando.
De operator, de machine, geen besef van elkaar,
slechts samen, anekdotisch en logisch
verbonden met het wereldwijde web.

Heel ingenieus wacht het
tot ik een letter typ of wis,
mijn tekst verwerk en bewaar.
Wacht ik geduldig, 
slurp van mijn koffie, koud tijd terwijl,
op de afdruk en de instant publicatie.
Zolang er voldoende papier
in de lade van de printer ligt, 
overbodig,
het einde is nog niet in zicht.
Ik hou de statistieken in het oog,
en er is bekijks; de afwas wacht.
't Schijnt dat 't zonnig ging zijn


zondag, februari 15, 2015

Defuncta Corpora Vitā ☧ungent Odor Mortis in Mortem



APOCALYPSE (uit Umbrië, omstreeks 1400)

Hij is de jongste niet meer, hij zucht,
hij haalt een groot doek te voorschijn, hij piekert,
onderhandelt lang en taai met de besteller,
een gierige karmeliet uit Abruzzen,
prior of kapittelheer. Het wordt al winter,
de gewrichten van zijn vingers kraken, als rijshout
knapt het vuur. Hij zucht, grondt,
laat drogen, grondt nog een keer,
krabbelt, ongeduldig, op stukjes karton
zijn figuren, schimmig, licht ze op met dekwit.
Hij aarzelt, mengt kleuren, verbeuzelt
verscheidene weken. Dan, op een dag, het is
intussen Aswoensdag geworden
of Maria Lichtmis, doopt hij in alle vroegte
zijn penseel in de gebrande omber en schildert.
Dat wordt een duister schilderij. Hoe begin je
de ondergang van de wereld te schilderen? De branden
de ontvluchte eilanden, de bliksem, de vreemd
langzaam instortende muren, kantelen en torens:
technische vragen, compositieproblemen.
Heel de wereld verwoesten is een heel karwei.
Bijzonder moeilijk is het de geluiden te schilderen,
het scheuren van de voorhang in de tempel,
de brullende dieren, de donder. Alles
moet namelijk scheuren, verscheurd worden,
alleen het linnen niet. En de termijn
staat vast: uiterlijk Allerzielen.
Tot die tijd moet, op de achtergrond, de woedende zee
geglazuurd worden, duizendvoudig, met groene,
lichters vol schuim, doorboord met matsen,
loodrecht de diepte in schietende schepen,
wrakken, terwijl buiten, half juni,
geen hond zich beweegt op het stoffige plein.
De schilder is helemaal alleen in de stad gebleven,
verlaten door vrouwen, leerlingen, bedienden.
Hij lijkt moe, wie had dat gedacht,
doodmoe. Alles is oker, zonder schaduw,
staat er verstard bij, staat stil in een soort
boze eeuwigheid; alleen het doek niet. Het schilderij
wordt groter, wordt langzaam donkerder, vult zich
met schaduwen, staalblauw, asgrijs, naargeestig paars,
capuut mortuum, vult zich met duivels, ruiters,
bloedbaden; totdat de ondergang van de wereld
gelukkig voltrokken is, en de schilder
heel even opgelucht; eventjes maar;
waanzinnig vrolijk, als een kind,
als werd hem het leven geschonken,
nodigt hij, nog voor dezelfde avond,
vrouwen, kinderen, vrienden en vijanden
uit op wijn, verse truffels en watersnippen
terwijl buiten de eerste herfstregen ruist.

- H.M. Enzensberger, De Ondergang van de Titanic


zaterdag, februari 07, 2015

Verdere redenen voor het feit dat dichters liegen
 
Omdat het moment waarop het woord gelukkig wordt uitgesproken,  
nooit het gelukkige moment zelf is. 
Omdat de verdorstende zijn dorst niet over zijn lippen krijgt
Omdat de arbeidersklasse het woord arbeidersklasse niet in de mond neemt. 
Omdat wie wanhopig is, geen zin heeft te zeggen: 'Ik ben wanhopig.  
Omdat orgasme en orgasme niet met elkaar zijn te verenigen. 
Omdat de stervende, in plaats van te beweren : 'Ik sterf nu,' 
slechts een dof geluid produceert dat wij niet verstaan.  
Omdat de woorden te laat komen, of te vroeg.  
Omdat het dus iemand anders is,
altijd iemand anders
die daar spreekt, 
en omdat degene 
van wie dan sprake is,
zwijgt.

- H.M. Enzensberger, De Ondergang van de Titanic

Woorden die te laat komen in een digitaal tijdperk

Scriptum Cogitationes Pro Defunctis
Geschreven woorden om er vanaf te zijn

Scriptum Defunctorum
Woorden voor de vertrokkenen,
Pro Cadaver Animalis
Voor de levende doden.


Aeon Digitalis
Het tijdperk van de Vinger
ratelend op het toetsenbord,
vingervlug vegend over het aanraakscherm.
Menig melig mailverkeer
mond uit - in nul of één



  Vertrokkenen
zoals de verdwaasden, dwalenden, de burgerkloot, verkrampten, verblinden, tv-kijkend vlaanderen, onbewusten, goedgelovigen,

naar verrückten (bijv.naamw.)